Het gehele monastieke leven is liturgie, maar de liturgie geeft haar ritme aan de dag op zeven bijzonder intense momenten : vijf daarvan worden in de eenzaamheid van de kluis beleefd en twee gezamenlijk in de kerk van het monasterium.
Bij het opstaan, als het nog donker is, bidt de monnik of de moniale in de stilte en de eenzaamheid van de kluis het OFFICIE VAN DE HOOP om de wacht te houden in afwachting van de terugkomst van de Bruidegom die midden in de nacht komt. Dat is een tijd van voorbede voor alle mensen die ten prooi zijn aan de nacht van twijfel, lijden, dwaling, zonde en ongeloof.
In de kerk van het monasterium komen de monniken bijeen voor het OFFICIE VAN DE METTEN gevolgd door de LAUDEN om samen de ware Dageraad, “het Orientale Lumen”, Christus, de Dageraad der dageraden te bezingen. Door Hem wordt de Kerk verlicht met het Licht zonder ondergang. Dit officie in het belangrijkste officie van de dag. Het bestaat uit een lange psalmodie en schrift- en patristische lezingen. De lofzangen uit het Oude en Nieuwe Testament, voortgezet in de troparia van de Canon van de Odes, vormen het antwoord van de Bruid op de Bruidegom, net zoals de psalmen.
Om 9 u bidt de monnik of de moniale in de eenzaamheid van de cel het OFFICIE VAN TERTS, waarin de voltooiing van het Paasmysterie wordt herdacht, welke volledig werd gerealiseerd door de uitstorting van het Vuur van de Heilige Geest.
Op het middaguur is het UUR VAN SEXT. In de eenzaamheid van zijn/haar kluis beschouwt de monnik of de moniale Christus genageld aan het Kruis.
Om 15 u is het UUR VAN NOON. In het oratorium van de cel of van het werkatelier gedenkt de monnik of de moniale het Sterven uit Liefde van Jezus aan het Kruis.
Voor DE VESPERS komt de gemeenschap samen in de kerk van het monasterium en looft God voor zijn schepping. Diep in de nacht van de zondige mens ontvangt zij vol vreugde de komst van de verrezen Christus, “het Vreugdevolle Licht van de heilige Heerlijkheid van de Vader”. Het Evangelie van de dag wordt verkondigd.
Het officie van de COMPLETEN wordt altijd in de cel gebeden en is de laatste liturgische daad van de dag. Voor het slapen gaan legt de monnik of de moniale zijn/haar geest in de handen van de Vader, en roept Christus aan, opdat Die zijn/haar hart behoedt gedurende de nachtwaken.
De EUCHARISTIE is het hoogtepunt zowel van de dag als van het broederlijke leven. Het is de dagelijkse offerande aan de Vader van Jezus’ offer voor de ganse mensheid. Over het algemeen wordt de Eucharistie opgedragen na de Metten of de Vespers.
In onze monastieke Familie worden de verschillende officies geïnspireerd door de Oosterse liturgie terwijl de Eucharistie volgens de Westerse ritus wordt gevierd. Deze vieringen worden getekend door de liturgische tijden en feesten en de heiligen van de dag.
De liturgie (dit woord betekent : het werk van het volk) is het filiale liefhebbende antwoord van de mensen op het heilsplan van Gods Liefde voor zijn schepselen. Sinds de Menswording van de Zoon van God in Jezus van Nazareth, de volmaakte Aanbidder van de Vader, kan elke menselijke persoon zich — door Hem, met Hem en in Hem — vol vertrouwen tot de Vader richten.
De liturgie van onze monasteria put uit de bronnen van de Oosterse en Westerse Kerken. Het liturgisch jaar ontvouwt het Mysterie van Christus volgens twee lijnen die elkaar voortdurend kruisen :
de lijn van de grote cyclus van Kerstmis, de Openbaring van de mensgeworden God, en het Pasen van de Verlosser dat zijn voltooiing vindt in de gave van de Geest en de geboorte van de Kerk met Pinksteren,
en de lijn van de feesten waarop de Kerk een bijzonder mysterie van het Leven van de Verlosser viert of beschouwt, of het werk van de genade in enkele grote heiligen.
Tijdens elke liturgieviering stort de Heilige Geest op verborgen wijze in het hart het Liefde-Vuur dat Hij zelf in volheid is. Aan hen die Hem aanroepen schenkt Hij in overvloed zijn gaven om de komst van het Rijk Gods te verhaasten. Voor hen die met geloof de Liturgie vieren en in gemeenschap met de Kerk van de hemel en de aarde, is de Liturgie een oproep om van hun eigen leven over te gaan in Christus’ Leven, en “tot steeds heerlijker gelijkenis omgevormd te worden” 2 Kor 3,18. Daarom worden de Christenen wanneer zij deelnemen aan de Eucharistie waarin alle Liturgie samenkomt, opgeroepen om over te gaan van de dood naar het Leven, van de leugen tot de Waarheid, van de onenigheid tot de Liefde, van de duisternis der zonde tot het Licht dat Iemand is.
Pasen is het Feest der feesten waarop reeds tevoren de vergoddelijking van elke mens wordt gevierd die in Jezus gelooft en zijn wil verenigt met die van de Vader. In Jezus van deze wereld overgegaan tot de Vader gaat hij “de Achtste Dag” binnen, de nieuwe en eeuwige Dag van de Verrezen Christus. De Kerk viert dit mysterie met de Maagd Maria, de Moeder van Jezus en zijn eerste leerlinge. Dag na dag geeft de Kerk dit Leven volgens het Evangelie aan degene die met Johannes aan de voet van het Kruis Maria als Moeder ontvangt.